1. Kamergerelateerde logies met minder dan 6 verhuureenheden en met minder dan 13 slaapplaatsen. Dit zijn de meeste B&B's, en sommige kleine hotels.
  2. Kamergerelateerde logies met meer dan 5 verhuureenheden of met meer dan 12 slaapplaatsen. Dit zijn de grotere hotels en verblijven.
  3. Terreingerelateerde logies. Dit gaat hoofdzakelijk over campings en kampeerplaatsen.

1. Kleine kamergerelateerde logies

 

De regeling voor kleine logies (minder dan 6 verhuureenheden, minder dan 13 slaapplaatsen) is gelukkig ook de meest eenvoudige. Zij dienen de standaard regeling te volgen. Concreet dienen ze per verdieping en per 150m² minstens één schuimbrandblusser van 6l of poederbrandblusser van 6kgdienen te voorzien. Dergelijke brandblussers tellen als 1 bluseenheid. We raden zelf voor logies schuimbrandblussers aan, omdat deze veel minder nevenschade veroorzaken dan poederbrandblussers. Poeder is zelf ook veel moeilijk om op te kuisen dan schuim.

De locatie van de bluseenheden mag je grotendeels zelf kiezen. Ze moeten ofwel in de logies zelf, ofwel in de onmiddellijke nabijheid ervan geplaatst te worden. Brandblussers installeer je bij voorkeur op de vluchtweg, zodat je tijdens het vluchten 1 bluspoging kan ondernemen. De brandblussers moeten steeds aan de muur opgehangen worden en de locatie ervan moet aangeduid zijn met een pictogram. Verder dienen ze aan de EN3-norm te voldoen en over een BENOR-label te beschikken.

Vergeet ook niet dat alle brandblussers jaarlijks gecontroleerd moeten worden door een gespecialiseerd bedrijf!

Als B&B dien je ook voldoende vluchtwegen te voorzien: minstens 2 voor elke logie. Dat zal in de praktijk weinig moeilijkheden opleveren: de eerste vluchtweg is de standaard uitgang, en de tweede mag een raam/balkon zijn dat met een brandweerladder te bereiken is. Behoudens heel hoge gebouwen zou je hier dus geen problemen mogen ondervinden. De vluchtweg dient wel steeds duidelijk aangegeven te worden met pictogrammen en noodverlichting: elke richtingswijziging moet met een pictogram aangeduid worden.

Tot slot dienen alle logies ook van rookmelders worden voorzien: in elke slaapkamer eentje, en in elke ruimte op de vluchtweg (tot aan de toegangsdeur) een extra melder. Per verdieping dient er minstens 1 rookmelder aanwezig te zijn. De rookmelders moeten een ingebouwde niet-vervangbare batterijhebben die minstens 5 jaar meegaat.

2. Grote kamergerelateerde logies

De regeling voor grote logies (meer dan 5 verhuureenheden, meer dan 12 slaapplaatsen) is heel wat complexer en vereist een situatie-per-situatie-benadering. De regelgeving wordt hier complexer en strikter naarmate het gebouw hoger wordt.

Er worden bijkomende eisen gesteld wat betreft de vluchtwegen (die vaak al bij de bouw van het pand aangepakt moeten worden of aanwezig moeten zijn), noodverlichting, alarmcentrales en het aantal brandblussers en brandhaspels. Contacteer jouw lokale brandweerzone voor een gepersonaliseerde audit.

3. Terreingerelateerde logies

Voor kampeerplaatsen dienen er voldoende zogenaamde brandweerposten voorzien te worden: minstens 1 per groepsgedeelte van 100 verblijfplaatsen. Een bluspost bevat minstens 2 vorstbestendige schuimbrandblussers van 9l of poederbrandblussers van 9kg, of 3 vorstbestendige schuimbrandblussers van 6l of poederbrandblussers van 6kg, telkens voorzien van een BENOR-label. De blussers dienen verdekt/beschermd tegen corrosie te zijn (bijvoorbeeld in plastieken brandblusserkasten).

Verder dien je ook aan een van beide voorwaarden te voldoen:

  • Ofwel heeft elke bluspost ook een schuimblustrolley van 50l of poederblustrolley van 50kg. In dat geval dien je afzonderlijk ook een watervoorraad van minstens 50m³ te voorzien. Dat mag ook een naburige vijver of kanaal zijn (maximaal 200 meter afstand).
  • Ofwel installeer je over het hele terrein hydranten (1 per bluspost), die verbonden zijn aan het waterleidingsnet.